Het begon bij Mie op den Dorpel
Van Genechten Frans - Govarts Eduward - Aerts Louis -Van Eynde Jozef - Van Beylen Jozef - Gysels Jozef
Cools Emiel - Van Den Eynde Frans - Bogaast Jozef - Wuyts Frans - Peeters Jozef
FC Immer Vooruit 1922
Specialiteit : gebouwen afbreken
Het moet gebeurd zijn op de dorpel bij 'Mie Teikens'. Oud hoofdonderwijzer Jef Boogaerts heeft het honderden malen verteld. De eerste wereldoorlog was amper achter de rug en de jonge mannen van het dorp wilden absoluut 'sjotten'. Elf mannen waren vlug gevonden.
Een naam bedenken leverde meer moeilijkheden op . Mie 'Teikens' liet zich dan ontvallen : "Waarom geen Immer Vooruit, mannen?" Meteen was het huidige Immer Voort geboren.
De mannen op de foto waren zowat de pioniers van het allereerste uur. Van de "Vlaamse Voetbalbond", laat staan van de KBVB hadden ze in die jaren in de Kapel nog geen kaas gegeten. Meester Jef Bogaerts had nog echte voetbalschoenen uit zijn patronaatstijd overgehouden. De meeste speelden echter met een soort landschoenen. Ook de kleur van de truikes verschilde nogal wat. Ieder stond zelf in voor de was en de één gebruikte duidelijk meer javel dan de andere.
Het allereerste terrein lag in de huidige Tervoortstraat, zowat achter het clublokaal Diamant. Niet veel later speelden ze op het Hoogton, in de buurt van het terein van Pannenhoeve. In die jaren waren de derby's met Herselt legendarisch. Daar speelde dan ondermeer de voormalige burgemeester Jules Peeters en de fameuse Maniel Van de Poel. We schreven toen ongeveer 1928.
In de jaren 30 verhuisde men alweer. Nu naar de Bochtenstraat, op het huidige Bomenplein. In 1942 werd daar wegens de oorlogsomstandigheden gestopt. De meeste jongens uit dorp waren immers ondergedoken. Immer Vooruit behoorde meteen tot het verleden.
Nieuwe start
Gust Breugelmans (oud voorzitter), Jef Ceuppens (vader van Louis, Miel en Astrio-speelster José), ondervoorzitter Sooi Janssens en secretaris Louis Ceuppens kunnen er in hun gezellige chalet uren over vertellen. Het boeit van naaldje tot draadje! Voorzitter Van De Putte liet zich verontschuldigen. Het werk ziet u. Meteen kunnen de anderen vlotter over hem de loftrompet steken. Met Jos ging Immer Voort op het materiële vlak immers met reuzeschreden vooruit.
Weinige ploegen junnen immers een dergelijke accommodatie aanbieden : een blok van 48 op 16 meter, vijf kleedkamers, ontvangslokaal en kantine van 27 bij 16 meter. Alles werd door tientallen vrijwilligers grotendeels zelf opgebouwd, maar vooral Gust Breugelmans en Jef Van Vlerken hebben er liters zweet gelaten. Diamantair Jef Mollen nam de draad weer op in 1948. Een jaar werd nog met reserven gespeeld en dan kwam de definitieve aansluiting bij de KBVB, waar ze "rugnummer" 5394 opgespeld kregen.
Miel Van de Broeck werd de eerste secretaris, Mannen als Joske Van Eynde, Charel Van Genechten (de smid), Fons Roothoofd en Louis Valgaeren waren ook bij de pioniers. Het terrein lag toen in de Veldstraat, maar moest wijken voor het Textielfabriek, later de GB, nu Carrefour.
In 1970 werd nog maar eens verhuisd. Nu naar de Groenstraat, waar het slijkerige terrein nogal eens meer hilariteit uitlokte. Volgens de overleveringen zou er nooit iemand verdronken zijn, maar men heeft er al wel eens iemand tot aan zijn middel uit een molshoop moeten trekken.
In 1981 tenslotte werd een laatste maal alles op de kar geladen. In de Goorblokken zitten ze nu als "de prinsen van Groot-Westerlo".
Eerste titel
Het grootste deel van zijn bestaan heeft Immer Voort in tweede provinciale doorgebracht. De eerste promotie kwam er in 1965. De schoenen waren al opgeborgen toen het bericht in de bus viel dat er nog een eindronde moest gespeeld worden . In Nijlen werd er immers gefusioneerd.
Op Kontich scoorde Remy Ceuppens in extremis tegen Reet. Op Lentezon moest Vlimmeren eraan met 5-1. De wedstrijd op Westerlo tegen Exc. Vorst verliep dramatischer.
Na vijf minuten was het al 0-2. Twintig minuten voor afsluiten was de stand nog steeds niet gewijzigd. Tongerlo was toen al kampioen gespeeld. Toen de fanfare van Tongerlo dat bericht vernam werd bij Don Van de Putte aan't Punt (waar net fanfarefeestelijkheden waren) meteen de dodenmars ingezet.
In de laatste minuut kon Livien Toelen (Puskas!) er nog 2-2 van maken. Voorzitter Louis De Bie zakte van pure alteratie zowat in de grond. De verlengingen leverden een vlot 2-4 op.
Voortkapel zat meteen gebakken en gebraden in tweede provinciale.
In '73 -'74 werd voor één jaartje overgewipt naar eerste provinciale. Het jaar nadien werden ze zowat overal in de zak gezet en als vierde laatste kregen ze een retourbiljet.
Hoeven we er nog aan te herinneren dat Immer Voort vorig seizoen via een erg betwist doelpunt (handspel?) in de testwedstrijd op Oevel opnieuw van promotie naar eerste gehouden werd?
In een "historische overzicht" mogen enkele belangrijke namen niet ontbreken. Zijn er alleen nog herinneringen aan het voorzitterschap van Tuur van den Broeck in de periode vóór de oorlog, dan is het rijtje na de heroprichting ook erg kort : Jos Mollen ('48), Louis De Bie ('51), Gust Breugelmans ('67), Joske van Eynde ('74) en tenslotten bouwheer Jos Van De putte ('79).
De herinnering aan trainers zijn uitgebreider. Het begon in 1952 met Fons De Clerck (B-internationaal bij Waregem), die door pastoor Fons Van Hoof dankzij zijn relaties voor een appel en een ei (zegge 125 euro) werd ingepalmd. In een tijd dat weinigen een trainer hadden leerde hij Voortkapel voetballen. Later kwamen ondermeer : Sooi Benijts (KFC Herentals), Gust Wellens (vader van Willy, stopper van Waterschei), Herman Willems, André Hannes, Louis Van Gestel, Jos Boels, Leo Van Eynde, Pier Spiessens ( de meest beslagen trainer die we ooit hadden).
Verder Jef De Backer , Chiel Van Dyck, Gust Van de Moer, Frans Van Roosbroeck, Staf Bertels, Jos Persoons, Dré De Ceuser, Remy Ceuppens en tenslotte Flor Van Uytsel. Ook met hem speelde Immer Voort in tweede provinciale weer een erg belangrijke rol.
Plezante tijd
- De Familie Van Eynde schreef bijzonder mooie bladzijden in de historiek van Immer Voort. Rond 1960 noemde de hele ploeg zowat Van Eynde. We denken aan : Livien, Frans, Pol, Sooi, Bruno, Leo, Chiel , Fons en Beir. Livien Toelen was dan nog een neef. Geen familie in het elftal waren alleen Frans De Peuter en Jos Schiet.
- Gelachen werd er ook toen Sooi Van Eynde ooit eens een vliegenplakker in zijn broek vond en het ding niet van zijn sterk behaarde benen kreeg! Of toen men zich in Bergom op de kelderkamer bij Boerke Vink moest omkleden en Sus Neurus met beslijkte schoenen en al aan in het fris opgedekte bed dook.
- Een ongelooflijke stunt was het uitbreken van de ramen in het Textielfabriek. Er stond zowat voor een miljoen aan alluminium en dubbel glas. De volgende dag zou alles met de buldozer omgestoten worden. Immer Voort kreeg alles gratis, maar niemand dacht dat uitbreken mogelijk was. Op één nacht klaarden de mannen het karwei en de sierstukken deden toen reuze dienst in de prachtige kantine! Als het op stunten aan kwam, schrikte men in Voortkapel voor niets terug!